Boekfragment: Zolang er leven is

Nederland leerde Hendrik Groen kennen door zijn dagboek Pogingen iets van het leven te maken. En Hendrik Groen is terug!

Donderdag 5 februari
Ik heb gedroomd over vriesdrogen. De ontwerpster van de mooie uitbox van gisteren suggereerde vriesdrogen, cryomatie, als alternatief voor cremeren of begraven. Ik ging in mijn droom in een badje van vloeibare stikstof van min 196 graden Celsius maar was nog niet helemaal dood. Ik werd wakker en had het erg koud.
Cryomatie is beter voor het milieu dan begraven. Na het invriezen even goed schudden, dan vallen de zware metalen eruit en blijft er vijfentwintig kilo poeder over die als compost gebruikt kan worden. Ben je nog ergens goed voor. Stof zijt gij en tot mest zult gij wederkeren. Ik kan mij voorstellen dat moordenaars veel interesse hebben in vriesdrogen omdat dat het sporenonderzoek nogal bemoeilijkt.
Er is wel een probleem met vriesdrogen: het is nog verboden in Nederland. In de meeste andere landen trouwens ook.

Een ietwat verwarde bewoner is in zijn pyjamabroek en op zijn sloffen naar de drogist gegaan om levertraan te kopen.
‘Dat bestaat niet meer, meneer,’ zei de verkoopster.
Teleurgesteld ging hij terug naar huis. Toen hij weer de hal inliep zat er sneeuw op zijn sloffen. Een zuster sloeg alarm en de portier kreeg op zijn kop. Hij moet niet alleen opletten wíe er naar buiten gaat, maar ook hóe iemand naar buiten gaat.
‘Ja maar, ik kan de onderkant helemaal niet zien als ze vlak voor mijn balie langslopen,’ verweerde hij zich.
Nu heeft hij van de directie opdracht gekregen om in geval van twijfel even te gaan staan om beter te kunnen kijken. Daar is de portier niet blij mee. Hij is een van onze beste zittenblijvers. Het straalt uit zijn ongeïnteresseerde ogen: geen stap te veel. Hij heeft een vaste aanstelling en moet nog ongeveer vijftien jaar zitten.

Vrijdag 6 februari
‘Kijk,’ zei Evert iets te hard, ‘ook al ben je invalide, dan probeer je toch nog de poepstreepjes uit de pot te pissen.’ En hij nam een hap van zijn broodje kroket.
‘Ja, maar hoe dan?’ vroeg Edward zogenaamd geïnteresseerd. Evert wilde dat wel even voordoen.
‘Ja ja, meneer Duiker. Heel grappig, maar er zitten mensen een hapje te eten. Bewaart u de poep­ en piesverhalen maar voor in uw eigen woning.’ Het was het hoofd huishoudelijke dienst, mevrouw De Roos, die ingreep.
Evert is de ene dag baldadig en de volgende dag zwijgzaam en in zichzelf gekeerd. Ik maak me een beetje zorgen.

Er is hier een kleine deurenstrijd aan de gang. Het personeel heeft de gewoonte om, als de bewoners thuis zijn, de deuren van de kamers open te laten staan. Dat is makkelijk voor het toezicht en voor de huishoudelijke dienst. Sommige bewoners vinden dat prettig; kunnen ze het staren uit het raam een beetje afwisselen met het staren naar de gang. Anderen laat het onverschillig of de deur open of dicht is. En er zijn mensen zoals ik, die er geen prijs op stellen dat iedereen ongegeneerd naar binnen loert. Ik hou van mijn privacy en wil de deur dicht hebben. Het heeft nog heel wat voeten in de aarde gehad om het personeel zover te krijgen uit zichzelf mijn deur te sluiten, maar na bijna drie jaar vriendelijk verzoeken is het gelukt.
Ik kijk zelf, zonder erbij na te denken, ook de kamers in als de deur openstaat. Ik zie de bewoners aan hun tafeltje bij het raam zitten. Soms met een boek, een enkele keer met een handwerkje maar meestal met niets. Oefenen voor het grote niets dat gaat komen.

10 BF 0,5 Meulenhoff Hendrik Groen afb

Boekgegevens

Hendrik Groen, Zolang er leven is, Uitgeverij Meulenhoff, ISBN 978 90 290 9076 6 (€ 19,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie februari 2016

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven