Stel, je hebt iets verschrikkelijks gedaan. Is er een punt waarop je dat maar beter niet kunt opbiechten, omdat niemand ermee geholpen is? In zijn nieuwe roman Ik zag een man zet Owen Sheers zijn lezers voor het blok. ‘Er is iets afschuwelijks aan het volgen van die gedachtegang.’
In zijn roman mag Sheers (1974) dan serieuze vragen stellen, in het echt hebben zijn uitspraken vaak een humoristische ondertoon. ‘Potje schaken?’ stelt hij gekscherend voor als hij het schaakbord ziet dat is opgesteld in de bibliotheek van het Amsterdamse Ambassade Hotel. De auteur uit Wales heeft een veelzijdige carrière, want naast romans schrijft hij ook gedichten en toneelstukken en presenteert hij telvisieprogramma’s. In Nederland is hij vooral bekend van Verzet (2007), waarin hij beschrijft hoe de geschiedenis had kunnen verlopen als Engeland was bezet door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.
In Ik zag een man keert Sheers terug naar het heden. Net wanneer Michael Turner denkt het geluk te hebben gevonden, komt zijn vrouw om het leven door een aanslag tijdens een journalistieke missie in Pakistan. Michael verhuist naar Londen om opnieuw te beginnen en komt naast Josh en Samantha Nelson en hun kinderen te wonen. Vrijwel meteen ontwikkelt zich een hechte vriendschap tussen Michael en het gezin en langzaamaan pakt hij zijn leven weer op. Aan zijn broze geluk komt echter abrupt een einde wanneer hij op een middag het schijnbaar lege huis van de Nelsons betreedt en er een verschrikkelijk ongeluk gebeurt. Hij besluit niemand te vertellen wat er is voorgevallen, ondanks dat hij gebukt gaat onder hevige schuldgevoelens.
Michaels stilzwijgen vormde voor Sheers het uitgangspunt van zijn roman. ‘Ik wilde dat het verhaal een discussie zou oproepen over een poging tot boetedoening in stilte. Dat het de vraag zou stellen: is er een punt waarop een bekentenis geen altruïstische daad meer is, maar een egoïstische? Is er een punt waarop je je kunt afvragen wie er geholpen zou zijn met een bekentenis? Over het algemeen denk ik dat eerlijkheid het beste is. Maar op een gegeven moment wil Michael zijn daad opbiechten aan Josh en Samantha. Het was voor mij een uitdaging om de lezer te laten denken: Nee, doe het niet! Ik wil dat de lezer bij zichzelf denkt: Wow, waarom zei ik dat? Waarom wil ik niet dat hij het vertelt?’
Wat het vraagstuk nog interessanter maakt is dat Michael een personage is van wie je maar moeilijk hoogte krijgt. Hij is schrijver van beroep, maar heeft grote moeite om fictieve verhalen op papier te krijgen. Daarom dompelt hij zich voor zijn boeken steeds onder in de levens van andere mensen, om daar vervolgens weer stilletjes uit te verdwijnen en hun levensverhaal op te schrijven. Is de vriendschap met Josh en Samantha voor Michael onbewust niet gewoon weer een nieuw project? Sheers knikt. ‘Tijdens het rouwen om zijn vrouw keert Michael op een bepaalde manier terug naar zijn gebruikelijke gedrag. Hij raakt door hen gefascineerd omdat ze als gezin zoveel vertegenwoordigen van wat hij is kwijtgeraakt. En onbewust is hij erg ervaren geworden in het opgaan in de levens van andere mensen. Hij is een goede luisteraar, hij weet hoe hij mensen aan het praten kan krijgen. Hij is een interessante man, maar hij is ook in staat om een onbeschreven blad te zijn.’
Naast de verhaallijn van Michael gaat het verhaal ook over de Amerikaanse dronepiloot Daniel. Hij bestuurt vanuit een legerbasis in de Verenigde Staten drones in het Midden-Oosten en is verantwoordelijk voor de aanslag in Pakistan waarbij Michaels vrouw om het leven kwam. Uit schuldgevoel zoekt hij contact met Michael, om hem te bekennen wat hij heeft gedaan. Sheers’ interesse werd gewekt toen hij las dat dronepiloten, die vanuit het Westen opereren, veel vaker last hebben van een posttraumatische stressstoornis dan gevechtspiloten die hun bommen ter plaatse afvuren. ‘Op het eerste gezicht lijkt het tegenstrijdig’, zegt Sheers. ‘Maar hoe meer je er over leest, hoe meer je je realiseert dat het erom gaat dat je de gebeurtenissen ziet.’ Want waar gevechtspiloten direct verder vliegen nadat ze een bom hebben gedropt, is een dronepiloot als Daniel gedwongen om vanuit zijn stoel toe te kijken hoe het leven duizenden kilometers verderop door zijn toedoen vernietigd wordt.
‘De menselijke geest is er niet voor gemaakt om mensen te observeren, ze dan te vermoorden en daarbij toe te kijken, en om dan naar huis te gaan en de kinderen in bed te leggen. Het is een poging de oorlog daar te houden, uit het zicht, maar de mensen die de drones besturen bevinden zich nog steeds in het hart van de maatschappij.’ Om die reden wilde de auteur graag Daniels kant van het verhaal laten horen. ‘Oorlog is een van de meest anonimiserende processen die er is. Het is makkelijker voor ons om te praten over onbemande drones, alsof het iets gezichtsloos is wat niet is verbonden aan ervaringen of menselijke emotie. Het is de taak van een schrijver om te vermenselijken, waar hij ook kijkt.’
Beeld: David Sandison, Writer Pictures
Boekgegevens
Owen Sheers, Ik zag een man, vertaling: Inge de Heer, Uitgeverij Ambo|Anthos, ISBN 978 90 263 2948 7 (€ 19,99)
Dit interview verscheen eerder in Boekenkrant, editie november 2015.