Op klaarlichte dag wordt er in Lima een moord gepleegd. Niemand heeft het pistoolschot gehoord; er gaat op dat moment een extatisch gejuich op, omdat Peru een weergaloos doelpunt scoort op het WK van 1978.
Peru gaat in de jaren zeventig, net als veel andere Zuid-Amerikaanse landen, gebukt onder een dictatoriaal regime. Voetbal is voor de bevolking dan ook vooral een emotionele uitlaatklep en de belangrijkste bijzaak in het leven. ‘Het land kon in brand staan, zijn vrouw kon hem verlaten, de aarde kon voor zijn ogen opensplijten, maar de directeur van het archief liet zich bij het nemen van zijn belangrijkste beslissingen leiden door de uitslag van een voetbalwedstrijd,’ concludeert hoofdpersoon Félix Chacaltana Saldívar over de passie van zijn baas. Felix deelt het enthousiasme van zijn landgenoten voor het edele voetbalspel niet. Hij slijt zijn dagen in het archief van het paleis van justitie en leeft een kleurloos bestaan.
Zijn leven wordt opgeschud als hij zich verdiept in een schijnbaar onbenullige fout in een ambtelijk document. Dit document leidt hem langzaam maar zeker naar de moordenaar van zijn goede vriend Joaquin. Door zich te verdiepen in deze moordzaak wordt hij een speelbal van verschillende politieke groeperingen. Joaquin blijkt namelijk zowel een infiltrant in links-socialistische splinterbewegingen als in hoge regeringskringen te zijn geweest. Beide partijen willen duidelijk niet dat Felix bepaalde zaken aan het licht brengt.
De spanningsboog in Bloed aan de paal is traditioneel; pas aan het einde wordt duidelijk welke partijen de hand hebben gehad in de moord op Joaquin. De kracht van het boek is dan ook het vloeiend samengaan van op het oog tegenstrijdige onderwerpen als voetbal en politiek. Bloed aan de paal is daarnaast verfrissend omdat het niet focust op ‘ons’ sportieve trauma. Voor veel Nederlanders staat het WK van 1978 synoniem met sportieve teleurstelling; het Nederlands elftal moest wederom genoegen nemen met een tweede plaats.
Voetballiefhebbers zullen veel spelers en momenten uit het boek herkennen, maar door de afwisseling van sport en politiek biedt Roncagliolo vooral een fascinerende inkijk in een van de zwartste periodes van zijn vaderland. Voetbal is heilig, maar tegelijkertijd worden op allerlei terreinen mensenrechten geschonden. Bloed aan de paal plaatst op deze manier ‘ons’ sportieve trauma, dat zich afspeelde tijdens hetzelfde toernooi, in een heel ander perspectief.
Beeld: Julieta Solinc
Boekgegevens
Santiago Roncagliolo, Bloed aan de paal, vertaling: Peter Valkenet, Uitgeverij Meridiaan, ISBN 978 90 488 2439 7 (€ 19,99)
Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie september 2015