Koen en Isabel hebben een verantwoordelijke en drukke baan. Wanneer de zomervakantie aanbreekt en de grootouders onverwacht niet op hun dochtertje Bibi kunnen passen, sturen ze haar tegen hun zin naar een zomerkamp. Zowat alles gaat door Koen en Isabel heen bij de gedachte aan een zomerkamp: ‘kadaverdiscipline, akela’s die rond het kampvuur liedjes zingen, dagverblijf voor christelijke speeltuinverenigingen, broedplaats voor latente homoseksuelen, lustoord voor pedofielen, eten opscheppen uit een ketel, uitje voor minderbedeelde kinderen, kweekvijver voor bewegingen met neonazisympathieën, gezamenlijk douchen, twee toiletten voor tweehonderd man, lekkende slaapzakken, krakende stapelbedden, zakdoekje leggen, nachtelijke dropping, kinderen met heimwee die ’s nachts liggen te snikken…’(p34-35) Maar bij het zien van het enthousiasme van Bibi over het zomerkamp, zijn ze overtuigd en laten haar gaan. Elke dag bellen ze met hun dochter om zich gerust te stellen. Totdat ze een telefoontje krijgen dat Bibi is verdwenen…
Een zoekactie levert niets op. Dan neemt een vreemde contact op met Isabel. Als ze haar dochter ooit nog wil terugzien, zal ze een hoge persoonlijke prijs moeten betalen.
Suzanne Vermeer, Zomertijd, uitgeverij A.W. Bruna, ISBN 978 90 229 9415 3 (€ 19,95)