Alleen maar nette mensen speelt een jonge inwoner van Amsterdam Oud-Zuid. Hij is joods, maar wordt vaak voor Marokkaan aangezien. Hij laat het sjieke Oud-Zuid voor wat die is, en zoekt in de Bijlmer naar zijn ideale vrouw: een intellectuele negerin. Intussen ontrolt Vuijsje een divers en eigentijds beeld van de stad, zoals die in de literatuur nog niet eerder is vertoond.
Christiaan Weijts (Via Cappello 23), P.F. Thomése (Nergensman), Jan van Loy (De heining) en Pia de Jong (Lange dagen) visten achter het net. De jury roemde Vuijsje in hun juryrapport gedeeltelijk in de stijl van Alleen maar nette mensen: de jury noemde het een boek “als een zachte hand om je ballen”, geschreven in een stijl “die swingt als een Afrikaanse tiet.”