door Roel Weerheijm
Nieuwe Herinneringen is een bundel met twee gezichten. Er staan spitsvondige gedichtjes in, zoals het laatste uit de cyclus ‘gemompel’: “Eindelijk is de poëzie vrij / niemand leest haar meer”. En die enkele keer dat het naar beeldspraak neigt, is het erg treffend: “nerveus strijkt vuurtorenlicht / over je wijdbeense schaamte” (Waterschetsen, 3), bijvoorbeeld.
Maar de bundel kent ook enkele, erg clichématige gedichten. Zo doet het gedicht ‘de eerste keer’ bijna puberaal aan: “de eerste keer / rookten we een sigaret / toen het gebeurd was”, en: “alle steden toegankelijk / de wijdste zee bevaarbaar / de hoogste berg te beklimmen (…) maar eerst nog / de tweede keer”. Met de herinnering wordt verder niets gedaan, en het gedicht weerspiegelt nauwelijks een originele blik.
Ook het gedicht ‘boerin in Iviers’ wankelt. Een boerin haalt herinneringen aan haar overleden man, en aan haar tuin op. In het gedicht gebeurt weinig, en het telkens veranderende onderwerp maakt het wat rommelig. Er wordt bovendien nergens naartoe gewerkt; het gedicht kabbelt doelloos voort.
Nu heeft Camperts poëzie vaker op het randje van banaliteit gebalanceerd. Zijn manier van dichten kent het risico dat een gedicht te weinig verheffend is om een gedicht te heten. De poëtica van deze bundel verschilt nauwelijks met zijn eerdere werk, hooguit is Campert nóg soberder en alledaagser geworden. Deze bundel is een logische opvolger van zijn eerdere publicaties. Wie al hield van gedichten als ‘a funny thing happened’, of ‘niet te geloven’, zal daarom ook deze bundel omarmen.
Remco Campert, Nieuwe Herinneringen, De Bezige Bij, ISBN 9789023426738 (€ 17,50)