Wie is Merel van der Gracht, behalve een parodie op een pseudoniem van Arnon Grunberg? Met welk recht parodieert zij onze literaire hoofdrolspelers? Ons gesprek is telefonisch. Niet om reden van geheimzinnigheid, maar omdat Merel in India is en pas terug in september.
Wat is er volgens jou mis met de literatuur?
‘Het is een exhibitionistische kliek. Neem de schrijfster die op televisie vertelt dat de consecratie van de katholieke mis – de hostie wordt Christus’ lichaam – voor haar een sensueel hoogtepunt is. Dat is toch niet geheel normaal? Of iemand die een boek volschrijft met verhalen die zó in De mannentester van Heleen van Royen hadden gekund, maar die van zichzelf beweert dat ze Hoge Literatuur schrijft.’
Je vindt dat hypocriet?
‘De schrijfster die dat beweert is tegen chicklit, maar heeft intussen het genre uitgevonden. Dit soort schrijvers en schrijfsters vult de bladen en de kranten. Het stoort me. Kennelijk is er behoefte aan, maar ik begrijp het niet.’
Maar stoor je je dan aan alle schrijvers?
‘Nee, gelukkig niet. Ik voer een aantal schrijvers op in Adriaan en de anderen die ik ronduit bewonder. Thomas Rosenboom, A.F.Th. en Jeroen Brouwers, bijvoorbeeld. Hella Haasse is de grootste schrijfster die we in Nederland hebben.’
Je wilt misstanden in de literatuur aan de kaak stellen. Maar wordt Adriaan en de anderen daar niet een ontzettend rancuneus boek van?
‘Zeker, er zit wat rancune in, maar het is vooral satirisch. Het bevat portretten van schrijvers en andere Bekende Nederlanders, waarvan ik er veel wél goed vind.’
Wat is je doel? Moet de literaire wereld veranderen omdat jij dat wilt?
‘Dat maakt me niet veel uit. Ik lees boeken uit andere landen en werelddelen waar goddank een ander klimaat heerst. Zuid-Afrika, Zuid-Amerika, Zuid-Europa… Daar schrijven auteurs heel hoopvolle boeken. Die toon ontbreekt in Nederland – of de schrijvers nu wel of niet uit de grachtengordel komen.’
Merel van der Gracht, Adriaan en de anderen, Compaan Uitgevers, ISBN 978 94 903 7406 8 (€17,90)