Wat fascineert u aan de dood, dat u er zo intensief mee bezig bent?
‘Het is iets dat we wegstoppen in onze maatschappij, maar eigenlijk is het overal aanwezig. Vanochtend gebeurde bij Brussel een treinongeluk met achttien doden. Mensen vermoorden elkaar, er gebeuren ongelukken. Iedereen sterft, maar toch weigeren we eraan te denken. De dood is taboe. Vreemd, want het is de enige échte zekerheid die we in het leven hebben.’
Maar zolang we leven, is de dood er niet.
‘Dat is precies de instelling die heel wat mensen hebben. Ze leven alsof er geen einde aan komt, maar dat komt natuurlijk wel. Ik ben me daarvan bewust.’
Heeft u daardoor een andere mentaliteit?
‘Zeker, ik denk dat ik dingen meer relativeer. Ik wind me niet zo snel meer op, en kan beter, intenser genieten van het goede. En ik ben niet bang voor de dood.’
Zijn mensen die de dood wegstoppen wel bang voor de dood?
‘Wellicht. Ik denk dat er een vorm van egoïsme achter schuilt, ‘ik wil er niet mee bezig zijn’. En áls ze er al mee bezig zijn, moet het alsnog gezellig, met drank en eten. Mensen zijn teveel bezig met ‘feel-good’. Niets mag meer pijn doen, men moet en zal genieten.’
‘Het leven is een feest’ als levensmotto?
‘Televisieseries, boeken, overal keert de wens terug dat alles goed afloopt. Het is een heel Amerikaans gegeven. Na 9/11 werden de brave firemen uit en te na geprezen, terwijl ze feitelijk erg weinig hebben kunnen doen. Maar de mensen die uit de torens sprongen, de falling people, werden verzwegen. Het was laf om zo zelfmoord te plegen.’
Waarom is dat zo?
‘We kijken graag naar de overwinning, de sterkte, en stoppen alles wat daar niet mee strookt liever weg. Iemand die kanker heeft gehad, en het heeft overleefd, prijzen we omdat die zogenaamd een strijd heeft geleverd. Terwijl patiënten zelf het vaak helemaal niet zien als strijd, maar als bittere ellende.’
Is het een overlevingsmechanisme?
‘Dat denk ik wel. We geloven erg in de maakbaarheid van het leven. De aftakeling die met ernstige ziektes, en met de dood samenhangt, vind ik vreselijk.’
U pleit voor een waardig einde.
‘Ik ben ervan overtuigd dat de levenskwaliteit van oudere mensen zou verbeteren als ze op hulp konden rekenen om hun leven af te ronden wanneer zij ervoor kiezen. België en
Nederland hebben een euthanasiewetgeving, maar je moet kunnen bewijzen dat je terminaal ziek bent voor je in aanmerking komt. Artsen houden graag de touwtjes in handen. Ze zijn opgeleid om het leven te rekken, niet om het te beëindigen.’
Wat zou het alternatief zijn?
‘Ik denk dat je voor levensbeëindiging een apart beroep zou moeten instellen. In mijn boek noem ik dat de ‘omgekeerde vroedvrouw’. Het zou mooi zijn als we bij het vertrek uit het leven begeleiding hadden, precies zoals dat gebeurde toen we op deze wereld kwamen.’
Kristien Hemmerechts, De dood heeft mij een aanzoek gedaan, Uitgeverij De Geus, ISBN 978 90 445 1568 8 (€ 19,90)