Waarom schreef u een boek over de jongen die bij Anne Frank was ondergedoken?
‘Al toen ik het dagboek voor het eerst las, vroeg ik me af hoe het Peter van Pels was vergaan. Iedereen kent het verhaal van Anne en Margot Frank, maar Peter blijft een schimmig figuur.’
Wat was Peter voor een jongen?
‘Hij was precies het omgekeerde van Anne Frank: stil, verlegen, teruggetrokken, afwachtend. Hij was een zwijger, niet erg sociaal, maar wel heel attent. Anne Frank wilde schrijfster worden en wist zelfs in die moeilijke omstandigheden haar ambitie te verwezenlijken. Maar wat wilde Peter, hoe stond hij in het leven? We kennen alleen de versie van Anne Frank, maar hoe was hij echt?’
Daarom schreef u daar een verhaal over?
‘Fictie helpt je om onbekende geschiedenis te verbeelden. Zo is bijvoorbeeld nauwelijks bekend wat er is gebeurd tussen Margot, Anne en Peter. Er waren enkele kamers in het Achterhuis die de volwassenen niet betraden. Daar moeten ze veel tijd hebben doorgebracht.’
De voor de hand liggende vraag is: was er liefde in het spel?
‘Margot en Anne, die elkaar niet zo goed lagen, vochten om Peter. Margot deed op een gegeven moment hautain afstand: je mag hem hebben. Op de verlegen Peter moet het een behoorlijke indruk hebben gemaakt. Ook was hij Anne’s literaire muze. Ze schreef niet alleen in haar dagboek over hem, maar hij vervulde ook een rol in enkele van Anne’s korte verhalen.’
U volgt niet alleen de periode in het Achterhuis, maar ook de onmenselijke tijd in Duitse gevangenschap…
‘Dat is een pijnlijk verhaal, maar ik moest ook dat vertellen. Net zoals we weten hoe het met Anne Frank is afgelopen, moet je weten dat ook Peter in Auschwitz terecht was gekomen, met de familie Frank. Hij sloeg Otto’s advies om de komst van de Russen af te wachten en te schuilen, af, en ging mee op de dodenmars. Zelfs dat overleefde hij – maar de bestemming, Mauthausen, bleek zijn einde.’
Sharon Dogar, De jongen in het Achterhuis, Uitgeverij De Fontein, ISBN 978 90 261 6002 8 (€ 16,95)