Margot Vanderstraeten – Weg

Ze zitten op een terras in een zijstraat van de Antwerpse Meir, en ze eten pannenkoeken. Dat wil zeggen: zij eet een pannenkoek, en die van hem heeft ze met suiker bestrooid, opgerold en in stukjes gesneden. Heel af en toe stopt hij, moeizaam, een stukje pannenkoek in zijn mond. Het kauwen duurt lang.
De man heeft gele vingers. Zo geel als ik ze nog nooit heb gezien; de kleur neigt naar oranje – na aanraking met de meeldraden van lelies kunnen je vingers ook zo uitslaan. Hij rookt meer sigaretten dan dat hij hapjes van zijn pannenkoek neemt. De man is oud. Vanaf een bepaalde leeftijd is het moeilijk om ouderdom op jaren in te schatten. Hij staat dicht bij het graf, de urne is dat tegenwoordig.
De vrouw tegenover hem is zijn dochter. Middelbare leeftijd een eind voorbij. Ze spreekt opgewekt; je hoort dat ze daarvoor haar best moet doen. Het is de gemaakte opgewektheid van iemand die de moed al heeft verloren. Ze praat met hem. Over haar zus – zijn andere dochter. En hij vraagt waar die nu woont. En zij zegt: ‘Maar in Brussel, dat weet je toch. En hij zegt: ‘Het is warm in Australië, ze had nooit naar Australië moeten trekken.’ ‘Ons Mia is nooit Australië geweest, pa, hoe kom je daar toch bij’, zegt zij nu weer. ‘Met de boot naar Australië is een lange reis, ik heb daie overtocht ooit gedaan’, gaat hij verder, en hij knikt overtuigend voor zich uit. ‘Maar pa, wat zegt ge nu toch, ge zijt nog nooit verder dan Frankrijk geweest.’
Zo praten ze een hele tijd door.
Zij doet haar best om te lachen met zijn geheugen vol gaten, en verstopt op die manier ook haar gêne ten opzichte van de andere klanten van het eethuis. In haar ogen blijft de warmte afwezig die normaal bij lachen thuis hoort. Haar inspanningen zijn aandoenlijk.
Hij duwt zijn bord – met nog een halve pannenkoek- van zich weg , en diept uit zijn binnenzak een boek tevoorschijn. Het is een reisgids: ‘Australië met de rugzak,’ en aan de beduimelde kaft te zien heeft het boek al een lange reis gemaakt. Hij bladert in het boek, en spreidt op zijn bord tergend traag de landkaart van Australië uit. Z‘Het is goed, pa’, zegt zij, en ze trekt het bord onder de landkaart vandaan.
‘Zullen we dan deze namiddag maar naar Mia in Australië gaan?’
De man lacht nu. Zijn gele vingers strelen het boek.
Later stopt hij het weer in zijn binnenzak. Die bevindt zich ter hoogte van zijn hart.

Margot Vanderstraeten
www.margotvanderstraeten.com

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven