BOEKFRAGMENT – Jodi Picoult, Een goede moeder

Op een heldere, zonnige dag in september zag ik mijn vader dood neervallen. Ik was zeven jaar. Ik zat op het stenen muurtje langs onze oprit met mijn lievelingspop te spelen, terwijl hij het gazon maaide. Het ene moment duwde hij nog de grasmaaier, en het volgende lag hij
met zijn gezicht voorover in het gras. De grasmaaier reed in slow motion de flauwe helling van onze achtertuin af. Eerst dacht ik dat hij in slaap gevallen was of dat hij een spelletje deed. Maar toen ik naast hem neerhurkte op het grasveld, waren zijn ogen nog open. Er zaten plukjes vochtig, vers gemaaid gras tegen zijn voorhoofd geplakt. Ik herinner me niet meer dat ik mijn moeder ging roepen, maar dat moet ik wel gedaan hebben. Als ik terugdenk aan die dag, is het in slow motion. De grasmaaier, die uit eigen beweging voorthobbelt. Het pak melk dat mijn moeder vasthield toen ze naar buiten kwam rennen, en dat op de geasfalteerde oprit viel. De klank van haar stem toen ze ons adres in de telefoonhoorn schreeuwde, zodat de ambulance kon komen. Mijn moeder reed met de ambulance mee naar het ziekenhuis en liet mij achter bij onze bejaarde buurvrouw. Die was best aardig, al rook haar zitbank naar pis. De buurvrouw
bood me chocoladepepermuntjes aan die zo oud waren dat de chocolade bij de randjes wit uitgeslagen was. Toen haar telefoon rinkelde, drentelde ik de achtertuin in. Ik kroop onder een rij heggenstruiken en woelde in de zachte laag rottende bladeren. Ik begroef mijn pop
erin en liep weg.

Mijn moeder heeft de verdwijning van mijn pop nooit opgemerkt. Maar eigenlijk leek het ook nauwelijks tot haar door te dringen dat mijn vader er niet meer was. Ze liet geen traan. Tijdens de begrafenis van mijn vader stond ze kaarsrecht en roerloos bij zijn graf. Wekenlang
zaten we ’s avonds stilletjes samen aan de keukentafel. Af en toe zette ik nog steeds een bord neer voor mijn vader. Langzaam aten we ons door de enorme voorraad gehaktschotels
en ovengerechten van macaroni met kaas en worstjes heen, die collega’s van mijn vader en mensen uit onze straat ons waren komen brengen. Ze hoopten vast dat ze met voedsel hun gebrek aan troostende woorden konden goedmaken. Want als een sterke, gezonde man van tweeënveertig
sterft aan een acuut hartinfarct, lijkt het verdriet van de rouwende familie opeens besmettelijk. Je kunt er maar beter niet te dichtbij komen, anders word je misschien aangestoken door hun vreselijke, botte pech.

Zes maanden na de dood van mijn vader was mijn moeder nog altijd even stoïcijns. Ze haalde zijn kostuums en overhemden uit hun gezamenlijke kledingkast en bracht ze naar een kringloopwinkel. Ze haalde bij de slijterij op de hoek lege dozen, waar ze mijn vaders
pijp in deed, zijn muntenverzameling en de biografie die hij aan het lezen was, tot op de avond voor hij stierf. Het boek had al die tijd nog op zijn nachtkastje gelegen. Alleen de collectie videobanden van Abbott en Costello liet ze staan, een beetje vreemd, omdat ze altijd tegen mijn vader had gezegd dat ze niet begreep water zo komisch was aan dat duo.

Jodi Picoult,Een goede moeder, Uitgeverij The House of Books, ISBN 978 90 443 3374 9 (€ 18,95)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven