Tijdens de pauze viel zijn oog op een aantrekkelijke vrouw met een wit T-shirt, een donkerroze linnen broek met een rand bloemen onderaan de pijpen en rode suède schoenen. Ze zat met een glas wijn in de hand op eenmuurtje en keek peinzend naar eengroep luidruchtig pratende Italianen. Haar ogen glommen, maar op de een of ander manier had ze iets droevigs over zich. Toen hij haar een tijdje had gadegeslagen draaide ze zich plotseling naar hem toe, eerst met een onderzoekende blik, toen met een glimlach. Hij liep in een impuls op haar af, stelde zich voor en ging naast haar zitten.
Ze vertelde al snel dat ze vier maanden eerder haar baan had opgezegd en haar huis in Parijs voor een jaar had verhuurd. Nu trok ze rond, alleen, vooral in Toscane en Umbrië. Ze leefde van dag tot dag. Na de pauze zat ze naast hem terwijl zich aan de horizon boven de bergen een streep aftekende, overgaand van diep oranje naar grijs, als voorbode van de nacht.Na afloop van de opera vonden ze een trattoria, daar vervolgde Juliëtte haarverhaal. Haar vader was woedend, eerst haar oudste broer die zijn baan had opgezegd en in het niets was verdwenen, en nu zij. Was dat de dank voor zijn opvoeding, voor zijn inspanningen om zijn kinderen een goede carrière te bezorgen? Haar moeder was vooral verdrietig, ze waren toch een heel harmonieus gezin, wat had ze verkeerd gedaan? Haar vrienden verklaarden haar voor gek, hielden het op een burn-out. Vanaf haar 24e was ze fiscaliste geweest, ze was vennoot geworden bij een groot internationaal opererend kantoor. Ja, hij kende het kantoor waar ze gewerkt had. Zij kende zijn oude kantoor ook. Ze was de hele wereld overgevlogen om grote bedrijven te adviseren bij ingewikkelde transacties met fiscale constructies, vaak zes dagen per week. Haar huwelijk was er aan onderdoor gegaan. Dat herkende hij. Nee, kinderen had ze niet, die pasten niet in haar carrière.Ze huilde geluidloos toen ze hem vertelde hoe ze, tijdens een tot diep in de nacht durende bespreking, in Boston op een marmeren trap was uit gegleden en een halve verdieping naar beneden was gevallen. Ze had ondermeer haar kaak gebroken, vier ribben gekneusd en een zware hersenschudding opgelopen. Daarna was ze maanden uit de running geweest. Het had haar laten zien waar ze mee bezig was, wat ze met haar leven deed, of eigenlijk wat ze er niet mee deed. Daarna had ze nog ruim een jaar gewerkt, maar zonder enige passie, achtervolgd door het groeiende besef dat ze ermee wilde stoppen. Het had haar de nodige tijd en veel strijd gekost om die stap te zetten. Nu ze de knoop had doorgehakt, voelde ze zich bevrijd. En soms ook helemaal niet, dan raakte ze in paniek. Ze was net 38 geworden, wist alles van fiscale constructies. Iets anders kon ze niet. Nu leerde ze om te zwerven, om niet te weten waar ze volgende week zou zijn, wat ze zou gaan doen.
Adriaan Bos, Advocaat van de waarheid, Uitgeverij Juwelenschip, ISBN 978 90 215 517 08 (€ 24,95)