Een sterfgeval in de familie werkt drie verschillende verhaallijnen op sublieme wijze uit.
Het verhaal speelt rond de Eerste Wereldoorlog. Rufus verliest op zesjarige leeftijd zijn vader in een auto-ongeluk. Rufus staat er min of meer alleen voor. Wat volgt is allereerst de uitgebreide psychologische ontwikkeling van Rufus, zijn leed en de verwerking van het verlies. Binnen zijn familie moet de kleine jongen het helemaal zelf uit zien te zoeken. Een sterfgeval in de familie is daarmee een sterke Bildungsroman.
Via Rufus beschouwt Agee minutieus zijn familie in Amerika tussen 1910 en 1920. De familie is constant met zichzelf in gevecht. Hoe rooien een arm gezin, een aan alcohol verslaafde oom, een weduwe en een norse opa het op het Amerikaanse platteland van Tennessee? Religie is een dominant onderwerp in de familie: de opa is atheïstisch, de rest van de familie zeer religieus. Maar ook het klassenverschil tussen beide families zorgt voor wrijving.
Via de familie, ten slotte, analyseert Agee de samenleving van Amerika. Hoe zagen de VS eruit vlak voor het de wereldmacht greep? Hoeveel – of hoe weinig – verschilden de opvattingen van de plattelandsbewoners toen ten opzichte van nu?
James Agee, Een sterfgeval in de familie, Uitgeverij Van Oorschot, ISBN 9789028240957 (€ 22,50)