Cees Nooteboom zoekt de oude zeegodPoseidon in zijn bekende, sprookjesachtige taal op, via brieven en fragmenten. Hoe denkt Poseidon over de grote onderwerpen van het leven? Wat betekenen dood, vergankelijkheid en tijd voor hem? En ook: ‘Wat is een mens voor jullie? Minachten jullie ons omdat we sterfelijk zijn? Of is het juist andersom? Zijn jullie jaloers op ons omdat wij mogen sterven? Want dat is natuurlijk jullie noodlot, ook al weten we niet waar jullie nu zijn.’ Zoals altijd gaat het Nooteboom om het stellen van een vraag, het verder zoeken en het opnieuw bevragen. De zoektocht naar het antwoord raakt vermengd met herinneringen, persoonlijke observaties en associaties. Het noemen van plaatsnamen is niet veranderd, de wereld is nog
steeds Nootebooms schouwtoneel. Wat hij over Kafka zegt, ‘Kafka is een werelddeel, je komt bij hem altijd op plaatsen waar je nog nooit geweest bent.’ – dat geldt net zo goed voor Nooteboom zelf. Maar zijn stijl lijkt over de jaren steeds spaarzamer. De hoofdstukjes in dit boek zijn bijna paragrafen. De verhalen tillen zichzelf nauwelijks boven de literaire schets uit. Personen, gebeurtenissen, plekken en tijden dwarrelen voorbij als sneeuwvlokken wanneer je tegen de wind in fietst. Die merkwaardige verstilling van een sneeuwbui hangt ook als
een waas over het boek. Alsof je de vertellingen in een droom leest.
Naast de stijl is de kracht van de associatie het meest overtuigende aan dit boek. Een vraag aan Poseidon leidt tot een interpretatie van de foto van een vrachtwagen, leidt tot een kleine uiteenzetting
over Essays van het nietsdoen van de Japanse schrijver Kenko, leidt tot een telefoongesprek, leidt tot… Het verband is niet uit te leggen.
De literatuur van Nooteboom moet je ondergaan.
Cees Nooteboom, Brieven aan Poseidon, De Bezige Bij, ISBN 978 90 234 7432 6 (€ 19,90)