Kopland, een pseudoniem voor Rudi van den Hoofdakker, woonde in Glimmen in de gemeente Haren, vlak bij Groningen.
Hij was van 1981 tot 1995 hoogleraar biologische psychiatrie, gespecialiseerd op het gebied van depressies, aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ook studeerde hij er geneeskunde.
Kopland debuteerde in 1966 met ‘Onder het vee’. Hij schreef vele gedichtenbundels en essays. Een van zijn bekendste gedichten is ‘Weggaan’.
Kopland kreeg in 1988 de P.C. Hooftprijs voor zijn hele oeuvre en 10 jaar later de VSB Poëzieprijs. Ook ontving hij twee eredoctoraten, voor zowel zijn kunst als zijn wetenschappelijke prestaties.
Ooit werd Kopland uitverkoren als Dichter des Vaderlands, maar hij liet die eer aan zich voorbijgaan. Ook weigerde hij een koninklijke onderscheiding.
Kopland werd 77 jaar.
Bron: ANP