Concurrentie
Terwijl de inzendingen voor de Boekenkrant-schrijfwedstrijd binnenstromen, denk ik terug aan het moment dat ik auditie deed bij de opleiding Creative Writing in Arnhem. Voordat je uitgenodigd kan worden voor de selectiedagen wordt er aan je gevraagd of je wat dingen kunt insturen. Een van deze dingen was een kort verhaal binnen een bepaald thema. Ik voelde plotseling heel wat druk. Wat als ik niet eens werd uitgenodigd voor de selectiedagen? Was ik dan een slechte schrijver? Ik had nog nooit eerder een verhaal ingestuurd dat beoordeeld zou worden.
Tijdens de selectiedagen voelde ik een soortgelijke druk. Samen met veel andere hoopvolle schrijvers ontmoette ik de docenten, schrijvers uit het vak. Opeens besprak ik poëzie met de toenmalige Dichter des Vaderlands en werkte ik aan een verhaal met een bekende schrijver. Het voelde alsof ik op alles werd beoordeeld: mijn schrijfstijl, creativiteit, mijn kennis en misschien zelfs mijn karakter en uiterlijk. Soms lijkt het alsof het schrijversbestaan een grote wedstrijd is. Het voelt alsof je moet vechten om opgemerkt te worden, door lezers, door andere schrijvers en natuurlijk door uitgeverijen.
Op een gegeven moment verminderde de druk om te presteren. Ik realiseerde mij dat het veel fijner werkt om andere schrijvers niet als concurrentie te zien, maar als mensen met wie ik iets gemeen heb. Misschien win je niet elke wedstrijd, of vind je niet gelijk de uitgeverij die goed bij je past, maar het belangrijkste is dat je blijft doen wat je leuk vindt, waar je in gelooft en natuurlijk dat je blijft leren!
Marc Mens
Redactiestagiair Boekenkrant
marc@boekenkrant.com