‘Mijn broer, Even, kwam terug van een conventie voor cardiologen in New York. Het ging daar vooral over pacemakers en computers. Een producent zei dat het onmogelijk was om die pacemakers te hacken. Maar ja, onmogelijk… Daar zit een misdaadroman in, meenden mijn broer en ik, want in thrillers gaat het altijd om de vraag: wat zou er gebeuren als het onmogelijke toch mogelijk blijkt te zijn.’
En het onmogelijke gebeurt. In Hartslag slaat een slimme pacemaker op hol en twee patiënten in een Noors ziekenhuis sterven. Iemand, ergens ter wereld, heeft de programmatuur van de chips aangepast. Dokter Sara Zuckerman, hoofd cardiologie van een Noors ziekenhuis, heeft haast om de zaak op te lossen. Elk moment kan immers de volgende pacemaker op hol slaan…
Van de achttien boeken schreef je er vier samen met een ander. De samenwerking met je broer is nieuw. Hoe beviel dit?
‘Mijn broer en ik zijn vrienden. Onze gezinnen komen samen, de kinderen spelen samen. Maar schrijven is een emotionele zaak en we hebben vooraf afgesproken dat we zouden stoppen zodra we er ruzie over zouden krijgen. Dat is dus niet nodig gebleken. Mijn broertje heeft me verrast. Ik voelde me altijd de grote zus, maar tijdens onze samenwerking kwam ik onder de indruk van zijn kennis en zijn discipline.’
Zelfdiscipline is belangrijk voor eens schrijver?
‘Niet alleen belangrijk, maar onmisbaar en essentieel om een boek af te krijgen. Wanneer ik een verhaal aan het schrijven ben, mis ik alles. Voor mijn dan geen familiebijeenkomst, feest of wat dan ook. Iedereen in mijn omgeving weet dat. Als ze gaan trouwen in het voorjaar, wanneer ik aan het schrijven ben, weten ze dat ik niet kom. Dan moeten ze maar in het najaar trouwen.’
Hartslag schreef je tijdens een ander onmogelijk voor te stellen drama: de aanslagen en slachtpartijen door Anders Breivik. Was dit te negeren?
‘Het verhaal van de terrorist Anders Breivik is nog te vers, te erg. Ik vind het een vreselijk idee om geld te verdienen aan zoiets verschrikkelijks. Maar het eerste non-fictie boek is al verschenen, en nog zo’n dertig zullen er volgen.’
Te snel, vind je?
‘Voor een roman is het nodig dat de lezer de misdaad kan begrijpen. Maar dit kan toch niemand snappen? Waarom is dit gebeurd en wie in hemelsnaam is die dader? We hebben tijd nodig om het te begrijpen en het een plaats te geven. Noorwegen is een klein land. Iedereen kent wel iemand die een familielid heeft verloren. Het is ons 9/11’.
Je refereert er echter wel aan…
‘Ja, en ik heb geworsteld met de vraag hoe die gebeurtenissen in een verhaal te verwerken. Want ook ik kan er ondanks alles bijna niet omheen. Ik heb een manier gevonden door een misdaad te laten gebeuren in Oslo op het moment dat Breivik zijn bom laat ontploffen. Alle aandacht van de politie gaat uit naar Breivik, naar het eiland en de jongeren, terwijl in Oslo een ander zijn slag slaat. Zo kan ik er naar verwijzen zonder er over te schrijven. Maar zoals gezegd, ik vind het te gevoelig om nu al zelf echt over de misdaden van Breivik te schrijven.’
De discipline die je zo belangrijk vindt, zie je die terug in je schrijfmethode?
‘Ja. Voordat ik ga schrijven, doe ik onderzoek en maak ik een samenvatting van zo’n honderd pagina’s. Als ik dan echt ga schrijven, begin ik met de laatste tien bladzijden van het nieuwe boek. Dat is voor mij als een vuurtoren, een baken in de verte. Ik heb dat nodig om te weten waar ik naar toe wil gaan. Een misdaadverhaal kronkelt en gaat naar links en naar rechts. Het baken herinnert me er aan waar ik uiteindelijk naartoe wil.’
En dat doel heb je in Hartslag bereikt?
‘Als schrijver: ja. En de lezer koerst op een verborgen baken dat moet verrassen: de plot.’
Anne Holt & Even Holt, Hartslag, Uitgeverij Cargo, ISBN 978 90 234 6360 3 (€ 19,90)