Wouter Deprez schreef in 2009 brieven aan zijn ongeboren zoon: Waarom je moeder en ik bijna altijd een kamerjas dragen. Hij gebruikte en verkocht de uitgave tijdens de daaropvolgende voorstelling. In oktober 2010 leverde de comedian een tweede boek af over het vaderschap: Gelukkig heeft je moeder twee oren.
‘In een theater- of comedyvoorstelling werkt de tekst enkel door hoe je hem zegt en speelt; op papier gelezen blijft er vaak veel minder van over,’ meent Deprez. ‘In een boek heeft de tekst enkel zichzelf, daardoor moet je op een heel andere manier schrijven, dat is échter schrijven. Een boek werkt ook bevrijdend, omdat ik door de afstand (je ziet je publiek niet) en de tijd die over het schrijven en herschrijven gaat andere dingen durf en niet durf dan op een podium. Ik vind het bij een boek veel minder belangrijk dat het grappig is, bijvoorbeeld.’
Identiteiten
Joost Vandecasteele won de Debuutprijs met de verhalenbundel Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij (2009) en bracht in 2010 de roman Opnieuw en opnieuw en opnieuw uit waarmee hij genomineerd werd voor de BNG Literatuur Prijs 2010.
‘De reden voor mijn schrijven heeft te maken met een besef inzake beperktheid van een podium,’ zegt Vandecasteele. ‘Dat is niet slecht bedoeld. Ik probeer bewust te kiezen om een bepaalde inhoud en vorm in een bepaald medium te tonen. Het mooie aan theater is dat je kunt inzoomen op iets, dat je één of twee personages ten volle kunt onderzoeken. Of dat je een maand of twee obsessief met één idee kunt bezig zijn en zien hoe ver dat idee je brengt. Een boek gebaseerd op één idee is te weinig en dat is juist het mooie aan boeken. Namelijk de mogelijkheid om op grote schaal te denken. Daarom bevatten mijn twee boeken tot nu toe veldslagen en andere grootse gebeurtenissen. Ik merk hoe mijn boeken vertrekken vanuit mijn theaterverleden en mijn voorliefde voor sfeer en spanning. Ik voel mezelf groeien als maker zonder dat ik een keuze hoef te maken wat ik precies ben. De verscheidenheid aan identiteiten helpt om geen vakidioot te zijn. Het is ook een zelfverdedigingsmechanisme: als ik een slechte recensie over mijn boek lees, dan zeg ik tegen mezelf: “ja, ik ben ook niet enkel schrijver” of als ik een slecht optreden heb, dan zeg ik “gelukkig ben ik ook nog schrijver.”‘
Wouter Deprez, Gelukkig heeft je moeder twee oren, Uitgeverij De Eenhoorn, ISBN 978 90 583 8667 0 (€ 18,95)
Joost Vandecasteele, Opnieuw en opnieuw en opnieuw, Uitgeverij De Arbeiderspers, ISBN 978 90 295 7319 1 (€ 19,95)
Schrijvende comedians
Geert Hoste lanceerde een handvol boeken over het comedyvak. Alex Agnew vatte in een boek de hoogtepunten uit zijn shows samen. Humorist-mentalist Gili schreef een sceptisch boek over paranormale gaven. Els de Schepper publiceerde dikke ‘levenskunstboeken’. Van Wim Helsen verschenen zijn theaterteksten in boekvorm, en Walter Baele, Koen de Poorter en Raf Walschaerts schreven kinderboeken. Allen zijn Vlaamse comedians.