Een ononderbroken gesprek
Vanwege de nieuwe Boekenkrant-leesclub die vanavond plaatsvindt, verdiepte ik me de laatste dagen weer in een boek dat ik ruim een halfjaar geleden heb gelezen: Verzonken stad van Marta Barone. Vreemd hoe nieuwe dingen je opeens opvallen als je een boek herleest. Zoals deze zin, als de vertelster en haar moeder door de stad lopen: ‘Ik herinner me totaal niets van wat we tegen elkaar zeiden die dag, maar dat maakt ook niet uit: we zetten een fijn, ononderbroken gesprek voort dat altijd al gaande is.’ Een simpele zin die heel treffend de moeder-dochterrelatie weet te vangen. En me doet afvragen, zijn alle relaties niet te zien als een ononderbroken gesprek?
Over die vraag lijkt ook De kleuren van Anna te gaan, de roman die ik op dit moment aan het lezen ben. Maar Sander Kollaard gaat hierin nog verder: hij beschrijft de relatie tussen de hoofdpersoon en de kleurrijke Anna, die al overleden is als het boek begint. De verteller probeert haar herinnering in leven te houden, door haar te zoeken in de kleuren die hij om zich heen ziet. Hij denkt terug aan de vele gesprekken die ze hadden, en zet die voort. Hoewel, wellicht lees ik dat er zelf alleen maar in. Of, zoals Anna meermaals tegen de verteller zegt, na een van zijn overpeinzingen: ‘Dat lijkt me een tikje overdreven (…), maar ik begrijp je punt.’
Mirjam Mulder
Hoofdredacteur Boekenkrant
mirjam@boekenkrant.com