Pubers
Onlangs las ik twee boeken die mij helemaal meenamen naar een andere tijd en plek. De een hoef ik niet meer aan te raden, aangezien hij al bijna twee jaar lang in de Bestseller 60 staat: Daar waar de rivierkreeften zingen van Delia Owens, over het meisje Kya dat eind jaren zestig in haar eentje opgroeit in een moeras in North Carolina. Het andere boek was denk ik de beste roman die ik het afgelopen jaar las: Kijk ons dansen van Leïla Slimani. Dit is het tweede deel van haar trilogie waarin ze het ontstaan van het moderne Marokko en haar eigen familiegeschiedenis vertelt.
Hoewel de romans heel verschillend zijn, gaan ze beide voor een groot deel over de ongemakken van het opgroeien. Zo wordt Selim in Kijk ons dansen van de ene op de andere dag opeens als volwassene behandeld, wat hem erg verwart: ‘In dit land bestond de puberteit niet. Er was geen tijd, geen uitstel, geen ruimte voor deze vage leeftijd, dit duistere en besluiteloze interval.’ Kya wordt gedwongen snel op te groeien, doordat ze alleen is achtergelaten in het moeras. Ze leert zichzelf een moestuin aanleggen, en mosselen zoeken om te verkopen.
Toch zijn ze allebei weldegelijk pubers. Selim vlucht weg met een Deens meisje en haar vrienden naar het hippieparadijs Essaouira, waar hij de bevrijdende effecten van drugs leert kennen. Kya raakt geobsedeerd door een jongen die weleens in het moeras komt vissen. Maar als hij gaat studeren en niet meer terugkomt, verandert ze haar hart in steen: ‘Als je mensen nodig had, kon je alleen maar gekwetst worden.’
Twee boeken die mij even deden vergeten waar ik was. En dat is toch het voornaamste wat een goede roman moet doen.
Mirjam Mulder
Hoofdredacteur Boekenkrant
mirjam@boekenkrant.com