Recensie: De driekoppige hond, vader

Wanneer er twee grote zakken vol bakstenen voor haar deur worden gedeponeerd, begint Iggy aan een pijnlijke reis door haar verleden. De stenen blijken samen een, door haar vader geschilderde, muurtekening te vormen, maar enkele stukken ontbreken. Femke Vindevogel schildert in haar tweede roman Baksteen een kindertijd gevuld met agressie, fysiek geweld, alcohol, de DDR en vooral wat dat zo met een mens doet. 

Door Ellen Rooms 

Laat dit boek een mooie herinnering zijn dat je nooit weet wat zich achter de façade van andere mensen afspeelt. Iedereen draagt zijn eigen verhaal met zich mee. Ook Iggy gaat gebukt onder haar verleden. Een verleden vol verschrikking dat grote littekens heeft nagelaten en haar heden voor een groot stuk bepaalt. Ook voor haar relatie met haar beste vriendin Luka heeft het pijnlijke gevolgen, aangezien Iggy maar moeilijk over haar kindertijd kan vertellen. De bakstenen puzzel opent niet alleen oude wonden, maar verplicht haar ook de horror te delen. 
Vindevogels zinnen vloeien als poëzie over de pagina’s en misschien gaf dat me net het gevoel dat iemand zijn hand rond mijn keel klemde. Zo prachtig als die zinnen geschreven zijn, zo verschrikkelijk is het verhaal dat ze schetsen. Ik had geen enkele moeite om de angst, het verdriet en de woede die Iggy ervaart, te voelen. ‘Elke monoloog die over zijn lippen gleed, had ze al eerder gehoord. Hij was een troubadour van ellende, een fantast, of beter gezegd, een confabulast; hij verspreidde een constante stroom van leugens die hij zelf geloofde. Het was beter geweest als hij mij van de weg had gereden. Enkel een drama van dat kaliber kon voorkomen dat moeder hem weer in huis zou nemen.’ 

Ook de beschrijving van Iggy’s zoektocht naar antwoorden is zo sterk dat je met haar meereist doorheen Berlijn en later naar Noorwegen. Maar mij zal toch vooral het leven met een agressieve, alcoholische vader, die dan nog eens aan het syndroom van Korsakov lijdt, bijblijven. Een evenwichtsoefening die geen enkel kind, en ook geen enkele volwassene, zou moeten maken. Het altijd op je hoede zijn voor het monster: ‘Bij het besef dat hij gekooid zat in een hok van vijf op vier meter, beukte de driekoppige hond zich tegen de muren en deur. Het rauwe geluid dat uit zijn stembanden ontsnapte, kriebelde van mijn nek tot aan mijn stuitje. In zijn duivelsgeraas kon ik enkele woorden ontwaren. Hij zou ons kapotmaken, riep hij. Dat verwarde me. We wáren al stuk. En iemand kon geen twee keer stukgaan.’  
En toch blijft er, ondanks al dat donker, ook nog een beetje licht in de vorm van vriendschap, familie en liefde. Mijn hart verwarmde zich aan de steun en de onvoorwaardelijke liefde die zich toch tussen de woede en frustratie wist te wurmen.  
Vindevogel slaagde erin een boek te schrijven dat vlot leest, maar je tegelijkertijd gegijzeld houdt met een pijnlijke grip op je hart. Hoe ze Iggy’s trauma omschrijft, deed me meermaals naar adem happen. Schrijfstijlen worden soms als ‘rauw’ omschreven, maar Vindevogel maakt van taal bijna iets gruwelijks. Hoe een verhaal zo pijnlijk maar ook mooi en soms zelfs grappig kan zijn, het is bijna ongelofelijk.  

Baksteen is een boek dat zijn grip op je hart niet zal lossen, zelfs niet wanneer het verhaal ten einde is.  

Femke Vindevogel, Baksteen, Uitgeverij Van Oorschot, 216 pagina’s (€ 21,00)

Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2021. 
Interesse? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht. 

Berichten gemaakt 5304

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven