Interview Ish Ait Hamou: ‘Ons werd nooit wat gevraagd’

Het is niet zijn eerste boek, maar wel zijn meest persoonlijke. Voor Het moois dat we delen dook Ish Ait Hamou vier jaar lang in de levens van de hoofdpersonen Soumia en Luc om antwoord te krijgen op een van de meest urgente vragen van deze tijd: wat gebeurt er als de wegen van twee mensen uit totaal verschillende werelden elkaar kruisen?

Door Janneke Blok

‘Je leest er de laatste jaren veel over in het nieuws: het aantal mensen dat zich eenzaam, ongelukkig of buitengesloten voelt,’ zegt Ait Hamou. ‘Ook ik heb mij, als Vlaming met andere roots en een geloofsovertuiging die niet altijd wordt omarmd door de politiek, een lange tijd zo gevoeld. Er hangt hier in België, maar ik denk ook in Nederland, vandaag de dag een bepaalde wantrouwige sfeer als het gaat om samenleven. Maar wat gebeurt er nu als je mensen die denken redenen te hebben elkaar niet willen leren kennen, samenbrengt? Is er een hoopvolle afloop mogelijk?’

Hetzelfde bootje
In Het moois dat we delen maken we kennis met Soumia, een jonge vrouw die ongewild betrokken raakt bij een tragische gebeurtenis en daarvoor vijf jaar celstraf krijgt. Wanneer ze vrijkomt, probeert ze langzaam maar zeker het ‘normale’ leven weer op te pakken. ‘Het is eigenlijk een heel frappant moment wanneer Soumia op internet haar eigen naam googelt,’ vindt de auteur. ‘Ze beseft wel dat ze op het plein aan de schandpaal genageld zou worden, maar ze schrikt ervan dat iedereen wordt aangespoord om een steen mee te pakken. Dat is echt de sfeer waarin we nu leven.’
Daarnaast leren we de oudere man Luc kennen, die zijn vrouw Maria is verloren en het verleden moeilijk kan loslaten. Wanneer Soumia op een dag zijn wekelijkse boodschappen komt bezorgen, kruisen hun wegen elkaar. ‘Het zijn twee heel moedige personages die, weliswaar in gevecht met hun eigen demonen, het gesprek met elkaar aangaan,’ legt Ait Hamou uit. ‘Beiden ontwikkelen gevoelens waarvan ze dachten dat ze die nooit zouden kunnen voelen. Voor Soumia is dat comfort, wat ze voorheen alleen nog op haar eigen kamer voelde en nu van alle mensen uitgerekend ook bij hem. Voor Luc is dat de empathie die hij voor haar ontwikkelt, vergezeld met gevoelens van schuld daarover ten opzichte van zijn naasten, die niets van “mensen als Soumia” moeten hebben.’
Ondanks de hoopvolle inspanningen van de hoofdpersonages om elkaar echt te leren kennen, heeft het boek een noodlottig maar veelbetekenend einde. Na de gedeeltes ‘Zij’, ‘Hij’ en ‘Hij & Zij’, treedt Luc in het slotstuk ‘Wij’ letterlijk in de voetsporen van Soumia. ‘Dat was geen vooropgezet plan, maar echt een zoektocht,’ vertelt de schrijver. ‘Ik had eerst een ander einde geschreven, maar daarvan werd ik elke ochtend met het gevoel wakker dat ik niet alles had gezegd wat ik wilde zeggen. Zoals het verhaal nu eindigt, heb ik het idee dat ik het gevoel van angst, dat ons “buitenstaanders” in politieke debatten over gevaar vaak is ontnomen, heb teruggeclaimd. Ons werd nooit wat gevraagd, terwijl angst een menselijke emotie is die we allemaal delen. Het is denk ik belangrijk om dat in te zien als samenleving, dat we allemaal in hetzelfde bootje zitten.’

Eigen pad
Ondanks de complexe vragen die Het moois dat we delen oproept, wordt de schrijfstijl van het boek gekenmerkt door een verrassende eenvoud. ‘Ik houd van simpliciteit,’ beaamt Ait Hamou. Toch heeft het lang geduurd voordat de schrijver dat kon inzien. ‘Het Nederlands is eigenlijk een derde taal voor mij,’ legt hij uit. ‘Ik ben in België geboren, maar mijn ouders komen uit Marokko. Thuis spraken wij Arabisch en mijn twee oudere broers gingen naar een Franstalige school, waardoor iedereen in de buurt Frans sprak. Toen mijn zus en ik naar een Nederlandstalige school gingen, was dat in de beginjaren heel confronterend. De taal die je gebruikt, maakt je omgeving direct duidelijk wie je bent en wie je níét bent. Ik herinner mij nog de rollende ogen van mijn klasgenoten als ik bijvoorbeeld een fout met een lidwoord maakte.’
Lichaamstaal is dan ook waar oud-danser Ait Hamou, bekend als jurylid van het tv-programma So You Think You Can Dance, zich in eerste instantie het liefst in uitdrukt. ‘Maar ook in de danswereld heb je “regels” over wat men als correct en niet-correct beschouwt,’ vertelt hij. ‘Ik dacht dat het altijd maar complex en ingewikkeld moest zijn, maar door de jaren heen zie je dat mijn dans veel simpeler is geworden. Toen ik eenmaal ging inzien dat dat ook mag, voelde ik me bevrijd. Hetzelfde geldt voor de literatuur. Ik dacht altijd dat ik mooie of moeilijke woorden moest gebruiken, maar dat hoeft niet. Het is een keuze; het gaat er uiteindelijk om wat je wilt overbrengen en wat daarvoor de beste vorm is. Maar als er iets is wat ik heb geleerd in het leven, dan is het dat het niet altijd makkelijk is je eigen pad te kiezen. Daarom vind ik het ook zo moedig dat Soumia en Luc in de mix van luide stemmen uit hun omgeving, naar hun eigen innerlijke stemmetje, dat heel zachtjes klinkt, hebben willen luisteren.’

Foto Ish Ait Hamou: Shed Mojahid

Boekgegevens

Ish Ait Hamou, Het moois dat we delen, Uitgeverij Angèle, 320 pagina’s (€ 21,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2019.

Berichten gemaakt 5302

2 gedachten over “Interview Ish Ait Hamou: ‘Ons werd nooit wat gevraagd’

  1. Beste Ish, de eenvoudige taal van dat ingewikkelde verhaal voelt heerlijk ‘rustig’: zij zegt niets anders dan wat zij bedoelt en zij klinkt zeer oprecht. Ik bewonder uw vermogen het gevoelsleven van de hoofdpersonage Soumia, een jonge vrouw warhartig en met veel vrouwkennis!! ja, ja heeft weten te vertolken . Bijzonder droevig, spannend ook om Soumia te zien worstelen in haar herwonnen ‘vrije’ leven, haar te zien, met moeite en angst, proberen haar weg te hervinden tussen de gewone mensen, de buren, de moeders op het schoolplein, oude vrienden die met hun afwijzende houding, angst voor het onbekende, met hun vooringenomenheid, oordeel, zij maken het haar beslist niet makkelijk. Het boek heeft mijn ‘bubbel’ verruimd, mijn compassie opgewekt voor dit soort mistanden in de maatschappij. Ik ga mijn best doen!
    Dank Ish voor uw mooie, gevoelige verhaal, uw inlevingsvermogen. Ik benijd u, mijn eigen taal is Frans, dat u in een vreemde taal de juiste toon heeft gevonden om te vertellen wat op uw hart lag. Het gaat u goed! vriendelijke groet,Viviane

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven