In Duitsland won Cees Nooteboom de Goethe-prijs, in Oostenrijk de Oostenrijkse Staatsprijs. In Europa kreeg hij de Aristeion-prijs, en in Verenigde Staten de Mobil Pegasus Literatuurprijs. Na Hella Haasse, Harry Mulisch en Simon Vestdijk is Nooteboom de vierde schrijver die alle drie de grote oeuvreprijzen wint: de P.C. Hooftprijs, de Constantijn Huygensprijs en, nu, de Prijs der Nederlandse Letteren. Indrukwekkend? Och, het zijn slechts enkele blaadjes aan zijn lauwerkrans.
Maar waar is het voetstuk van Cees Nooteboom? Waarom is de schrijver bij het Nederlandse publiek niet monumentaal, zoals Hugo Claus, Hella Haasse, Harry Mulisch, Gerard Reve, Simon Vestdijk, Jan Wolkers of zelfs maar Arnon Grunberg? Met leven en dood heeft het niet te maken, want de een is het, de ander nog niet. Waarmee dan wel?
Is het zijn reislust? Cees Nooteboom is zelden in Nederland en altijd onderweg, de wereld is immers zijn hotel. De band met de Nederlandse lezer bestaat daardoor vooral in de vorm van de gedeelde moedertaal en zijn boeken, en minder in die van de schrijver zelf. Maar: dat geldt toch ook de schrijvers in het hiernamaals? Is het dan zijn appartement in Berlijn? Cees Nooteboom woont nergens permanent, en al helemaal niet in Nederland. Maar: Hermans ging naar Parijs en Brussel. Grunberg ging naar New York, Charlotte Mutsaers woont in Zuid-Frankrijk, Adriaan van Dis in Parijs. Komt het dan doordat hij het Nederlanderschap in geringe mate uitdraagt? Zoveel heeft Nooteboom gereisd, dat hij onderweg zijn klompen heeft verloren. Hij is niet zoals een Grunberg, die een Nederlander blijft in New York en zijn boeken in Vlaanderen doet uitgeven omdat hij zich verzet tegen de literaire kring waarbinnen hij toch eigenlijk thuishoort. En wanneer zag u Cees Nooteboom voor het laatst vanaf verre locatie op TV, in krant of tijdschrift?
Weet u, Cees Nooteboom is zoals Slauerhoff, maar dan niet van binnen ontheemd. Zijn identiteit is die van een reiziger in den vreemde. Zijn romans spelen niet in de polder. Zijn reisverhalen combineren zijn interesse voor de wijde wereld, al wat deze bevat, zijn observaties hiervan en zijn literaire vaardigheid. Zijn gelaagde, complexe en toch begrijpelijke vertelling kent in Nederland geen gelijke. Nootebooms thema’s zijn filosofisch, intellectueel en universeel – thema’s die schrijvers uit de Nederlandse klei weinig gebruiken, en die in de letteren vrijwel altijd een buitenstaanderpositie innemen. Om deze en ongetwijfeld zoveel meer redenen waardeert de wereld hem. En daarin, in die ronde, veelzijdige, volle wereld, is Nederland slechts een kleine vlek, blind voor de grootsheid die ons land overstijgt.