De machteloosheid bezweren

Een verslaafde prostituee wordt samen met haar zesjarige dochtertje dood aangetroffen in een kraakpand. De dood van Janet en April Mancini wordt door de politie van Cardiff afgedaan als een tragische gebeurtenis die te maken heeft met het beroep dat Janet uitoefende.

De moord wordt onderzocht, maar de politie staart zich blind op de logische invalshoeken. De jonge en ambitieuze rechercheur Fiona Griffiths wil niets liever dan op deze zaak gezet worden en bewijzen dat de dood van Janet te maken heeft met een mysterieus complot. De baas van Fiona keurt dit af, aangezien Fiona er een handje van heeft zich niet aan de regels te houden. Ze blijft werken aan de saaie zaak over de dood van een miljonair. Maar zodra Fiona erachter komt dat de creditcard van deze miljonair gevonden is bij het lichaam van Janet Mancini gaan alle alarmbellen rinkelen. Ze slaat de waarschuwingen van haar baas van zich af en trekt haar eigen plan: ze gaat zelf op onderzoek uit. Maar dit keer kan het feit dat ze zich niet aan de regels kan houden, haar in grotere problemen brengen dan ze had verwacht.

Fiona is de Nederlandse vertaling van de zeer toepasselijk getitelde thriller Talking to the dead. Het gaat over moord en doodslag, een groot complot en vooral: Fiona Griffiths. Harry Bingham heeft al deze elementen sterk met elkaar verbonden. Dat Fiona haar eigen gang gaat, stuit me af en toe tegen de borst: is het mogelijk dat één vrouw zich echt nergens wat van aantrekt?

‘Is het mogelijk dat één vrouw zich echt nergens wat van aantrekt?’

Ja, dat blijkt te kunnen, zeker als je niets voelt. Fiona weet je mee te sleuren in haar wereld en in haar gedrag, enkel door elke gedachte die ze heeft uitgebreid te omschrijven. Vooral haar gedachten tijdens gesprekken met haar collega’s, haar baas en haar vrienden zeggen veel over de persoon Fiona. Ze raakt niet snel emotioneel betrokken, ze huilt nooit, ze voelt zich niet verbonden met haar medemens en eigenlijk begrijpt ze al die gevoelens van anderen ook niet.

Toch wil ze de mensen om haar heen laten geloven dat ze wel gevoel heeft. In feite leeft Fiona met een masker op: wat ze zegt tegen anderen is compleet het tegenovergestelde van wat ze werkelijk denkt. Daarnaast loopt Fiona rond met een duister geheim. Een gebeurtenis uit haar verleden heeft ervoor gezorgd dat Fiona niet kan huilen, maar dat ze wel een gevoel van rechtvaardigheid heeft ontwikkeld en dat ze zich sterk verbonden voelt met de doden. Sterker verbonden dan met levende mensen.

“Het kind is een ander verhaal. Je kunt de bovenste helft van haar hoofd niet zien, omdat die er niet is. De gootsteen vult het hele beeld van links naar rechts. De neus, mond en kin van het kind steken eronderuit. Door het gewicht van de gootsteen is het bloed door haar neus omlaag geperst en naar buiten gespoten, alsof een truc uit een feestartikelenwinkel is misgegaan. Haar mond staat strak. Ik vermoed dat de huid en de spieren door het gewicht van de gootsteen naar achteren zijn getrokken. Wat ik zie is puur mechanisch, geen gevoelsuitdrukking. Maar mensen blijven mensen en iets wat lijkt op een glimlach wordt geïnterpreteerd als een glimlach, zelfs al is dat het niet. Het meisje dat de bovenste helft van haar hoofd mist, glimlacht naar me. Glimlacht vanuit de dood, naar mij.”

Door het ontrafelen van de gruwelijke moorden komt Fiona steeds meer in harmonie met haar eigen verleden. Ze kan de gebeurtenissen uit haar verleden loslaten en zelfs in haar voordeel gebruiken. Op deze manier zorgt Bingham ervoor dat Fiona niet oppervlakkig bestaat maar werkelijk leeft.

Boekgegevens

Harry Bingham, Fiona, Uitgeverij De Fontein, ISBN 978 90 261 0099 4 (€ 18,95)

Berichten gemaakt 5342

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven