De kleine getuige

Toen het monster uiteindelijk binnenkwam, droeg hij een masker.
Ze staarde hem aan, verbaasd dat niemand anders de vermomming had doorzien. Hij was de buurman die zijn forsythia water gaf. Hij was de onbekende die glimlachend in de lift stond. Hij was de aardige man die een kleuter bij de hand nam om hem te helpen oversteken. Zien jullie het dan niet? wilde ze schreeuwen. Weten jullie het dan niet?
De stoel onder haar was meedogenloos hard. Als een schoolmeisje zat ze erop met gevouwen handen en rechte rug. Maar haar hart was totaal van slag, alsof er een kwal in haar borst kronkelde. Sinds wanneer moest ze zichzelf er bewust aan herinneren adem te blijven halen?
Twee gerechtsbodes leidden hem langs de tafel van de openbare aanklager, langs de rechter, en naar de tafel van de verdediging. Vanuit de hoek klonk het gezoem van een tv-camera. Het was een vertrouwd tafereel, maar ze besefte dat ze het nooit vanuit deze hoek had gezien. Verander het gezichtspunt en het perspectief is totaal anders.
De waarheid zat in haar schoot, zwaar als een kind. Ze ging dit doen. Die waarheid had haar ervan moeten weerhouden, maar in plaats daarvan vloeide zij als sterkedrank door haar ledematen. Voor het eerst sinds weken had ze niet meer het gevoel dat ze slaapwandelde
op de bodem van de oceaan, dat haar brandende longen teerden op de adem die ze had gehaald voordat ze onderging, een ademtocht die dieper en doordachter was geweest als ze had geweten wat komen ging. Op deze afschuwelijke plek, kijkend naar deze afschuwelijke
man, voelde ze zich opeens weer normaal. En met dat gevoel kwamen de heerlijkste normale gedachten boven: dat ze de keukentafel na het ontbijt niet had schoongemaakt; dat het vermiste bibliotheekboek achter de mand met vuile was lag; dat haar auto tweeduizend kilometer geleden een onderhoudsbeurt had moeten krijgen. En ook dat in de volgende ogenblikken de gerechtsbodes die hem escorteerden zich zouden terugtrekken om hem de gelegenheid te geven met zijn advocaat te overleggen. Haar vingers gleden in haar handtas over het zachtleren etui van haar chequeboek, over haar zonnebril, een lippenstift, een chocoladetoffee. Ze vond wat ze zocht en pakte het vast, verrast dat het net zo vertrouwd aanvoelde als de hand van haar man.
Een stap, twee stappen, drie. Meer waren er niet nodig om dicht genoeg bij het monster te komen om zijn angst te ruiken, om de zwarte kraag van zijn jas tegen de witte boord te zien afsteken. Zwart en wit, daar kwam het uiteindelijk op neer.
Heel even vroeg ze zich af waarom niemand haar had tegengehouden. Waarom niemand had beseft dat dit ogenblik onvermijdelijk was; dat ze hier zou komen en het gewoon zou doen. Zelfs nu hielden de mensen die haar het beste kenden haar niet tegen toen ze van haar stoel kwam.
Op dat moment realiseerde ze zich dat ze zelf in vermomming was, net als het monster. Zo slim, zo authentiek, dat niemand wist in wie ze was veranderd. Maar nu voelde ze dat haar dekmantel uiteen begon te vallen. Laat de hele wereld het maar zien, dacht ze, toen het masker afviel. En terwijl ze het wapen tegen het hoofd van de beklaagde zette en en vier keer snel achter elkaar vuurde, wist ze dat ze op dit moment zichzelf niet zou hebben herkend.

Jodi Picoult, De kleine getuige, The House of Books, ISBN 978 90 443 1920 0 (€ 17,90)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven