Ik heb iets met mensen die alles hebben achtergelaten om in een vreemd land opnieuw te beginnen. Achter die landgenoten die een camping, een bed & breakfast of een klein landhuishotel runnen zijn natuurlijk prachtige verhalen te vinden.
Zo kwam ik jaren geleden terecht bij een prachtig verbouwd restaurant in the middle of nowhere op het Zuid-Franse platteland. Tot mijn verbazing werd het restaurant gerund door een Nederlands stel. Vrouw in de keuken, man met een tikje gebrekkig Frans in de bediening.
Natuurlijk diep respect voor iedereen die als Nederlander een restaurant begint in Frankrijk. Het eten was meer dan prima.
Die week logeerde ik bij een vriend die al geruime tijd in Frankrijk woont. Omdat hij Franse les geeft aan Hollanders is hij nogal op de hoogte van wat er allemaal speelt bij al die Nederlanders die daar campings, wijnboerderijen en hotels runnen. Ik dus enthousiast vertellen over mijn nieuw ontdekte helden van het restaurant. Daar moest vast een geweldig succesverhaal achter zitten.
‘Die man van het restaurant heeft vorig jaar nog in de lokale krant gestaan’, vertelde mijn vriend. ‘Het was nogal een ding.
Dat kon ik me wel voorstellen. Daar moest vast een verhaal inzitten voor de Franse pers: ‘Nederlanders beginnen succesvol restaurant.’ Maar het was net even anders. ‘Die man was bij de plaatselijke Lidl betrapt op het stelen van twee boodschappentassen met ganzenlever.’
’Wat?’
Plots veranderde het verhaal. En veranderde ook mijn beleving. De man was inderdaad een beetje ongemakkelijk geweest. Een beetje schrikkerig. Leek bij nader inzien zo uit een sketch van Jiskefet te zijn gelopen.
‘Lidl zei je?
Wat een verhaal. Wat zat er allemaal voor leed achter? Hoe kon die man zijn gezicht nog laten zien? Was het een wanhoopsdaad? Maar ook; verkopen ze bij de Lidl ganzenlever en klopt het verhaal wel? Heeft het echt in de krant gestaan? Had mijn gastheer het zelf gelezen of had hij het gehoord? Was het verzonnen door een jaloerse medeNederlander die met een mislukte wijnoogst zat? Of met een leeg landhuishotel?
Ik heb er nog dagenlang over zitten fantaseren, en heb zelfs op het punt gestaan om er weer naartoe te gaan. Om het gewoon te vragen. Uiteindelijk heb ik besloten dat niet te doen. Omdat ik nu eenmaal een verhalenjager ben en geen journalist. Omdat mijn verzinsels vast veel leuker waren dan de realiteit.
En natuurlijk omdat je een gegeven verhaalcadeau niet in de bek moet kijken.
Patz
Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2015